Onlangs kwam ik een net geklede man tegen, 38 jaar en er waren wat beperkingen goed zichtbaar met name in zijn benen, Spina bifida (open rug bij de geboorte). Door deze beperking verplaatste hij zich in een rolstoel. Echter aan zijn manier van praten overtuigde hij mij een intelligente man te zijn die goed wist waar hij het over had. Hij, Joas is zijn naam, vertelde mij een gewild advocaat jeugdrecht te zijn. Oei, zijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid lieten dus zien een daadwerkelijk contrast te zijn met de ‘gemiddelde’ norm. (fictie)
Dan kunnen we dit volgens de meest gebruikelijke manier zeggen van categoriseren bij psychische diagnosen: “Joas is Spina bifida”.
Of nee, beter kunnen we dat niet doen. Want Joas is advocaat. Dus zeggen we:
“Een man met kwaliteiten die leeft met een lichamelijke beperking?”
Mensen zoals Joas zijn in staat om goed te verwoorden wat hun beperking is en welke omgang daarbij vereist is. Op deze manier kunnen zij zich goed opwerken tot een (zelfs hoge) functie en positie in hun maatschappelijke carrière. Nu zie ik persoonlijk niet in waarom hier zo’n groot contrast wordt gevormd tussen psychische en lichamelijke beperkingen. Stigmatiseren we hier onze jongeren en mensen met ASS niet enorm mee? Het stellen en ontvangen van de diagnose kan al een confronterend moment zijn wat je bij je draagt. Laat staan dat je dan ook meteen een autist bént?!
Regelmatig ben ik ook met ouders in gesprek van wie de omgeving haast geshockeerd reageert dat hun zoon of dochter een autist blijkt te zijn, als zijnde een heftige handicap.
Er zijn al heel wat filosofieën en discussies geweest over het fenomeen: ‘zijn’.
In ‘van Dale’ kom ik in de eerste regels van zijn verklaring dit citaat tegen:
‘God die is, die was en die wezen (zijn) zal.’
Is dat niet van waaruit we dan mogen (moeten!) denken? Of we nu een beperking zijn of hebben, elk mens heeft zijn/haar eigen beperkingen. Ik ben nog geen mens tegengekomen die dat niet heeft. En dan mogen we beseffen dat God ons geen kruis geeft dat voor ons te zwaar is.
Bij het woord ‘hebben’ kom ik verderop in de verklaring van ‘van Dale’ deze zinsnede tegen:
‘Toegerust zijn met…’
Daarmee kunnen we onze beperking ook omdraaien naar een onze mogelijkheid.
Een psychiater zei eens tegen mij: ‘mensen met autisme hebben eigenlijk altijd een speciale gave’. Ik ben het met hem eens. Door te leren omgaan met onze beperkingen (zoals bij Spina bifida leren omgaan met een rolstoel) komen de speciale gaven (in het geval van Joas zijn beroep als advocaat) meer tot uiting doordat het omgaan met de beperking toegankelijk(er) wordt gemaakt en deze hiermee verhoudingsgewijs naar de achtergrond komt te staan.
Welke beperking kunt u bij uzelf omdraaien naar een mogelijkheid?